vrijdag 30 juli 2010

Misdaden tegen de NSelijkheid...

'Uw kaartje!' bromt de norse conducteur me vrij luid en op weinig emphatische wijze wakker. De twee studentes, die er uit zien als of hun pappa's zeilkampen voor expats organiseren, doen geen moeite te verhullen dat ze me uitlachen. Ze doen beiden ongetwijfeld een rechtenstudie, alleen om lid te mogen zijn van één of ander studentencorps waar slechts kinderen van huisartsen en advocaten toegelaten worden. Nu ben ik me bewust van het feit dat ik misschien lichtelijk heb liggen snurken, terwijl ik wegdommelde in het oncomfortabele oranje gestoelte van de 2de klasse. Ik gun dus de beide PC-Hooftsnollen hun gegiechel.., voor nu tenminste.
's Ochtends vroeg heb ik sowieso niet de neiging op enigerlei wijze met wie dan ook te converseren. Ik troost me maar met de gedachte dat beide graftakken hun benen spreiden voor hete aardappelen als ochtend gymnastiek. Over 20 jaar zullen ze afgedankt worden door een orthodontist die hen verlaat voor een jonger, minder uitdijend model. Beide dames komen daarna toch niet meer aan de man, het weinig moois wat er nu aan zit is er dan al lang af geneukt en leren koken hebben ze tegen die tijd vast nog niet... Dus ja dames, geniet er maar even van.

'Uw vervoersbewijs!' God, hij staat er nog. De grote obees uitgevallen conducteur lijkt zijn zinnen rechtstreeks uit de NS-cursus bejegening te putten. Gelijktijdig zet hij zijn bevel non-verbaal kracht bij. Helaas resulteert dit in 120 kilo conducteur die een veel te dikke pens, in veel te strakke blouse, uit een veel te strak colbertje, mijn kant doet uit priemen. Ik weet dat de weersverwachting voor vandaag lekker warm is, maar dat is geen excuus om niet het onderste knoopje van je Melkert-uniform dicht te doen. Ik haat ochtenden. Ik haat ongefundeerde autoritaire wanen bij mensen. En ik haat te moeten praten als ik net wakker ben. Een gesprek op de vroege ochtend met de autoritaire, door pluis en haar ontsierde navel, is me dus iets te veel van het goede...

Bevangen door antipathie wil ik net aanstalten maken mijn kaartje te pakken, als de navel weer spreekt. Kennelijk gaat het meneer de banenpooler niet snel genoeg. De door een veel te dunne en enigszins vrouwelijke centuur omhoog gestuwde bieropslag, wordt nóg dichter mijn kant op gestuurd. Voordat ik mijn bek kan optrekken hervat de navelmonoloog: 'Meneer, ik heb niet de hele dag de tijd, uw vervoersbewijs.' Mijn neus en zijn navelpluis zijn nu ongeveer 20 centimeter van elkaar verwijderd. Als ik nu diep inadem kan ik zijn Jan Smit Hema ondergoed ruiken... De aller beste poging van mij om hem aardig van repliek te dienen, resulteert in: "Rustig aan en weg met die buik, her Bahnhof Sturmführer." Hoewel ik dit ongewild zelf best grappig vind, zijn de studentikoze huppelkutten tegenover mij nu ineens niet meer aan het lachen. Het haar en pluis dempen de echo die uit de enorme navel van onze gaatjesknippper had moeten weerklinken. Zijn dromen pianostemmer te worden kan deze conducteur mooi vergeten. Kennelijk heeft de beste man een gehoorbeschadiging want hij vraagt mij naar wat ik net zei. Hoewel ik mezelf vanochtend niet in deze coupé gehesen heb om vrienden te maken, bedien ik zijn wens met een luidere letterlijke herhaling: "Rustig aan en weg met die buik, her BAHNHOF STURMFÜHRER." Normaal gesproken ben ik nooit zo aardig 's ochtends vroeg. Nu het voor de tweede keer over mijn lippen komt, irriteer ik me aan mijn eigen reactie. Dit voedt weer de antipathie jegens de conducteur... De navel neemt abrupt afscheid van mijn neus als de conducteur twee stappen terug doet. Aangezien ik niet denk dat er nog iets moois tussen ons gaat bloeien, wacht ik niet op het volgende hoofdstuk bejegening. Onder de toevoeging: "Kaartje. Knippen." Houd ik mijn vorige week gekochte, automaat geprinte ticket omhoog. Een blik van ontgoocheling ontsiert het transpirerende gezicht van de knipveteraan. Ik zie hem balen van het feit dat hij mij geen boete kan geven. De beste man kijkt namelijk als een gynaecoloog die net te horen heeft gekregen Nina Brink te moeten ontvangen om inwendig te examineren.

Redelijk zelfvoldaan denk ik mijn antipathie wat los te kunnen laten... Helaas. Het gezicht van de conducteur begint ineens te stralen als een diabetische homo die rectaal zijn hypo stilt door het inbrengen van een lolly. Hier moet iets niet kloppen. 'Meneer, u krijgt van mij een boete!' De stem van de conducteur lijkt enigszins te trillen van vreugde. Nu weet ik zeker dat ik gisteravond mijn hoofd had moeten kaalscheren. De luiheid van de afgelopen 5 weken heeft mijn hoofd doen begroeien met een of andere EO-afzetting. Als persoonlijk assistent van Andries Knevel zie ik er klaarblijkelijk niet uit als of ik dadelijk iemand ga verdrinken in het passagiers toilet..., die wens borrelt nu echter wel sterk in me op.

Zonder dat de knipveteraan me nog de reden heeft meegedeeld van zijn acceptgirodrift, realiseer ik me waar hij op doelt. Ik trok vorige week uit luiigheid maar een kaartje zonder datum uit de automaat, ipv de juiste datum even op te zoeken. Met mijn slaapdronken hoofd heb ik deze vanochtend vergeten te stempelen. 'ID bewijs!' bromt de conducteur. Hij heeft me nog steeds niet officieel verteld waarvoor hij me wil bekeuren. Ik besluit hier en nu dat het tijd is mijn agressie-gen te doen ontwaken. Ik ga staan. Ik voeg hierbij op rustige en kalme wijze toe: "roep maar alvast versterking vriend". De EO-uitstraling heb ik kennelijk in de afdruk van stoel achter gelaten. De huppelkutjes en de rest van de coupé zijn stil. De conducteur trekt zich terug op het balkon. Hoewel ik in gedachten al bezig ben zijn hoofd tot pulp te slaan met een stoeptegel, besluit ik te wachten op de collega van de fluitfetisjist. Bovendien hebben ze in de trein geen stoeptegels voor handen, ik begrijp nu waarom. Ik beslis proactief het balkon, waar mijn conducteur zich nog steeds verschanst, te betreden zodra zijn versterking er is. Ik had er echter geen rekening mee gehouden dat dit ook een vrouw zou kunnen zijn. Naast de één meter 75, 120 kilo wegende navelventer, staat een NS smurfin. Één meter 50 hoog, één meter 30 breed, de uitstraling van een uitgewrongen Tena lady. Dit duo is duidelijk niet blij mij te zien. Terwijl de gevoelens geheel wederzijds zijn, valt de angstige blik in de ogen van de navelventer mij op. Op zijn gezicht zijn nog vaag enkele licht groen / gele vlekken te herkennen. Als of de beste man enkele weken geleden kennis heeft gemaakt met de airbag van zijn Fiat Cinquecento of..., een paar flinke vuisten... Het dringt plots tot me door dat dit waarschijnlijk zijn eerste dag terug op de trein is. Hoewel de gedachte me plaagt dat het terecht zou zijn als het meteen zijn laatste dag was, ebt alle weerstand bij me weg. Zonder dat ik een reden vraag, of deze krijg, over handig ik mijn rijbewijs...

De hele coupé haalt opgelucht adem. De studentes tegenover mij glimlachen, ongemakkelijk en gemaakt, als ik weer ga zitten. De vrouwelijke fluitfetisjist, nam het gesprek van haar collega over. Dit bevestigde mijn vermoedens... Ik krijg 'slechts' een ernstige waarschuwing van haar..., ook wel erg terecht natuurlijk.

Met de ontblote navel of het herstellende gelaat van de Bahnhof Sturmführer heb ik hierna geen oogcontact meer. Ik hoop dat hij in het kader van zijn reïntegratie nogmaals de cursus bejegening erbij pakt. En bij mezelf moet ik misschien ook maar eens te rade gaan, alvorens ik me uitgedaagd voel misdaden tegen de NSelijkheid te begaan.